Arjan de Jong |
1996 |
Activiteit 1, Vliegtuigontwerper worden! | ||
» | 80 grams papier op A4 formaat | |
Voor aanstaande vliegtuigbouwers, -ontwerpers en vliegers zijn papieren vliegtuigen de eerste opstapklasse. Papieren vliegtuigen zijn goedkoop en de produktietechnieken liggen binnen ieders bereik. Bovendien zijn de ontwikkelingskosten gering. Dit schept dus de juiste voorwaarden om experimenteel kennis te kunnen maken met de wereld van de luchtvaart en de luchtvaart-techniek. Kijk snel hieronder om kennis te maken met twee aardige papieren vliegtuigen. Wanneer niets je te dol is ontwerp je je eigen papieren vliegtuig toch! |
Activiteit 2, Wolkenridders | ||
» | Papieren vliegtuigen, een doel, stopwatch | |
Papieren vliegtuigen kun je op allerlei manieren beproeven op hun prestaties. Je kunt er zelfs een heuse wedstrijd van maken. Enkele voorbeelden zijn bijvoorbeeld: | ||
- duurvliegen, | hoe lang blijft het vliegtuig in de lucht? | |
- afstand, | wie kan de grootste afstand afleggen? | |
- figuurvliegen, | wie vliegt de mooiste bocht? | |
wie vliegt de beste looping? | ||
- doelvliegen, | welk vliegtuig is het meest trefzeker? | |
- hoogvliegen, | welk vliegtuig komt het hoogst? | |
Het leukste is om deze prestaties te vergelijken van zelf ontworpen vliegtuigen. | ||
Je kunt de druk op twee belangrijke manieren beïnvloeden. Bedenk maar eens wat er gebeurt wanneer je in een afgesloten ruimte steeds meer luchtdeeltjes stopt. Dit gebeurt bijvoorbeeld wanneer je de band van je fiets oppompt. Meer deeltjes botsen vaker tegen elkaar en tegen de wanden van de ruimte. De druk in de afgesloten ruimte stijgt. |
Proef 1, Meer lucht, meer druk | ||
» | een ballonnetje | |
Neem een ballonnetje en leg dit voor je op tafel. De lucht in de ballon is nu gelijk aan de luchtdruk buiten de ballon. Blaas de ballon nu vol met lucht. De ballon zal uitzetten. Kun je uitleggen hoe het komt dat de ballon uitzet? |
Proef 2, De flesse-kraker | ||
» | slappe kunststof fles met dop, warm water | |
Verwarm de fles zonder dop door er heet water in te gieten. Nadat de fles warm is geworden laat je het water er uit lopen en draai je de dop op de fles. De fles zal na verloop van tijd indeuken. Kun je uitleggen waarom de fles in elkaar kreukelt? |
Wanneer de afgesloten ruimte nu in directe verbinding komt te staan met de omgeving, zal lucht met een hogere luchtdruk wegstromen naar een gebied met een lagere luchtdruk. Hierdoor wordt de luchtdruk in de ruimte gelijk aan de luchtdruk van de omgeving. Er is nu evenwicht. |
Proef 3, De ballon-raket | ||
» | een ballonnetje, plakband, een paar meter paktouw, een rietje | |
Schuif het touwtje door het rietje. Blaas het ballonnetje op en knijp het tuutje dicht. Plak nu de ballon met twee stukjes plakband aan het rietje. Span het touwtje horizontaal en strak. Laat het tuutje van de ballon los. De ballon zal nu langs het touwtje schieten. Kun je uitleggen waarom de ballon wegschiet? |
Al eerder heb je begrepen dat wanneer je in een afgesloten ruimte extra lucht perst, er meer luchtdeeltjes in deze ruimte terecht komen. Ook weet je dat de luchtdeeltjes massa (gewicht) hebben. Wanneer je de luchtdeeltjes dichter tegen elkaar aanperst, wordt de lucht in die ruimte zwaarder. |
Proef 4, Lucht wegen | ||
» | twee ballonnen, een latje van ongeveer 50 centimeter, twee punaises, een touwtje van een meter | |
Prik de twee lege ballonnen aan de uiteinden van het latje. Hang het latje horizontaal aan het touwtje op. Haal nu een van de ballonnen van het latje af en blaas deze ballon op. Knoop de ballon dicht en hang de ballon weer op zijn oude plek aan het latje. Wat zie je en hoe komt dit? | ||
WAARSCHUWING |
In onderstaande activiteit wordt gewerkt met open vuur en brandbaar materiaal. Er bestaat brandgevaar. Neem voldoende maatregelen om de veiligheid te kunnen garanderen. |
Activiteit 3, Vliegen met een heteluchtballon | ||
» | schaar, lijm (bijvoorbeeld Pritt), strook karton, vloeipapier (waarin bijvoorbeeld breekbaar glaswerk wordt verpakt) | |
Het bouwen en vliegen van een hete luchtballon is makkelijker dan het lijkt. Op de volgende pagina staat een ballon afgebeeld die makkelijk te maken is en die goed vaart, de 'Jamboree Piramid'. Het geheim van het ballonvaren met modelballonnen schuilt in de manier van oplaten. Voor het oplaten van een papieren hete luchtballon maak je gebruik van een gasbrander of een gasstel. Hierboven wordt een kachelpijp geplaatst met een lengte van ongeveer 1 meter en een diameter van ongeveer 10 centimeter. De ballon wordt een klein stukje over de bovenzijde van de koker geschoven. Zo kan alleen hete lucht de ballon bereiken en niet het vuur van de brander. Goed heet stoken en varen maar. |
Jamboree Piramid Knip vier piramiden en één vierkant van vloeipapier. |
|
Knip een strook karton uit. | |
Plak de vier piramiden aan elkaar (overlap ongeveer 1 centimeter). Gebruik bijvoorbeeld een lijmstift van Pritt om de delen aan elkaar te plakken. | |
Plak de vier piramiden dicht tot een kegel. Plak de strook karton dicht (overlap ongeveer 1 centimeter). |
|
Plak het vierkant aan de brede kant van de kegel en plak de kartonnen ring in de smalle kant van de kegel vast. De ballon is nu bedrijfsklaar. |
Proef 5, Bots- en blaasproef | ||
» | twee punaises, een touwtje van een meter | |
Prik de twee lege ballonnen aan de uiteinden van het latje. Hang het latje horizontaal aan het touwtje op. Haal nu een van de ballonnen van het latje af en blaas deze ballon op. Knoop de ballon dicht en hang de ballon weer op zijn oude plek aan het latje. Wat zie je en hoe komt dit? |
WAARSCHUWING |
Bij het lanceren van PET-flessen worden zeer hoge snelheden bereikt en wordt met hoge drukken gewerkt. Neem voldoende veiligheidsmaatregelen in acht. Houd omstanders op grote afstand. De MAXIMALE druk op de fles is 2,5 bar (2500 hPa). |
Proef 6, PET-fles lanceren | ||
» | PET-fles die is omgetoverd tot raket, lanceerinstallatie met lanceertuutje, autobandenpomp met luchtdrukmeter en water. | |
Voor het lanceren van een PET-fles heb je een veilige afvuurinstallatie nodig en een passend tuutje dat je zelf moet maken. Een veilige afvuurinstallatie bestaat uit een houder voor de PET-fles die ervoor zorgt dat de PET-fles pas kan worden afgevuurd op het gewenste moment en in de gewenste richting. Verder moet je een raket hebben die je het beste maakt van een anderhalve literfles van PET. Verzwaar de voorzijde en maak voldoende grote en stevige vinnen aan de achterzijde. Vul de fles voor ongeveer eenderde met water en plaats de fles op de lanceerinrichting. Blaas de fles op met lucht maar NOOIT meer dan 2,5 Bar (2500 hPa). Zorg dat de omstanders voldoende afstand hebben tot de lanceerinrichting en niet geraakt kunnen worden door de terugvallende raket. Wat gebeurt er wanneer de fles wordt gelanceerd en hoe komt dit? |
||
Proef 7, Onderdruk door langsstromende lucht | ||
» | schoteltje, dubbeltje of stuiver | |
Leg het dubbeltje voor je op tafel en zet het schoteltje achter het muntje neer. Blaas nu over het muntje. Lukt het je om door te blazen het muntje op het schoteltje te krijgen? |
||
Proef 8, Onderdruk! | ||
» | strookje papier | |
Vouw van een strook papier een tunneltje. Wat denk je dat er gebeurt wanneer je onder de tunnel door blaast? Kan je verklaren wat er gebeurt als je door de tunnel blaast? |
Proef 9, De windtunnel | ||
» | een stokje (bijvoorbeeld een potlood) en een strookje papier | |
Vouw de strook papier bol en rondom het potlood. Houdt het potlood voor je mond terwijl je over de bovenzijde van het strookje papier blaast. Wat zie je en waarom? | ||
Activiteit 4, De mobile | |||
» | papier, plakband, touw en rietjes | ||
Maak van papier een vleugeltje door een strook papier dubbel te vouwen. Plak de achterkant met een plakbandje samen. Prik een stukje van een rietje van ongeveer 4 centimeter door het vleugeltje en zet het rietje vast met kleine stukjes plakband. Steek een draadje van ongeveer anderhalve meter door het rietje. Houd het touwtje rechtop en het vleugeltje in de wind. Wat zie je en hoe komt dit? |
Kijk maar eens vanaf de zijkant naar een vlieger die in de lucht staat. De vlieger staat iets achterover gekanteld. De vlieger gaat zich hierdoor als vleugel gedragen. De wind die vanaf de voorzijde langs de vlieger stroomt wordt als het ware naar beneden afgebogen. | |
De lucht in de buitenbocht moet een grotere weg afleggen ten opzichte van de lucht die de binnenbocht moet nemen. Een langere weg betekent ook hier een hogere luchtsnelheid en een afname van de luchtdruk. Het resultaat is draagkracht. | |
Er zijn vier belangrijke krachten die zorgen dat een vlieger in de lucht blijft hangen. In de eerste plaats heeft de vlieger gewicht. Het gewicht, de zwaartekracht, is een kracht die de vlieger naar beneden trekt. Daarnaast is er een opwaartse kracht. Om te kunnen vliegeren moet de opwaartse kracht, de draagkracht, groter zijn de zwaartekracht. | |
Verder heeft de vlieger ook last van weerstand. Weerstand is de kracht die de vlieger moet betalen om draagkracht te kunnen leveren. De weerstand staat altijd in dezelfde richting als de stromingsrichting van de wind. Tot slot is er nog de trekkracht van de vliegerlijn. De trekkracht is net zo groot als (maar in richting tegengesteld aan) de som van de zwaartekracht, de draagkracht en de weerstand. |
Activiteit 5, De Saté-stok vlieger | ||
» | 80 grams A4 papier, klosje garen, saté-stokje, plakband, schaar | |
Knip een vlieger uit in de vorm zoals aangegeven in de onderstaande tekening (wanneer je veel vliegers gaat maken doe je er verstandig aan om het model vast op het papier te kopiëren). Vouw de vlieger en plak aan de bovenzijde een saté-stokje vast met twee stukjes plakband. Prik in de kiel een gaatje en bevestig hier een paar meter garen aan vast. Wacht op een beetje wind. De vlieger is nu klaar om opgelaten te worden. | ||
WAARSCHUWING |
Vlieger nooit bij onweer! Vlieger nooit in de buurt van hoogspanningsmasten, vliegvelden, autowegen, bovenleidingen en obstakels. |
Activiteit 6, Bouw en vlieger met een vlieger | ||
» | Plastic zeil, sterk plakband (bijvoorbeeld glasvezelversterkt), nylon touw, bindtouw, bamboe latjes van ongeveer 90 centimeter. | |
Bouw eens een vlieger en laat deze op. Het oplaten van een eigen gemaakte vlieger blijft toch altijd hardstikke leuk en de twee voorbeelden zijn foolproof (= sukkelbestendig). Bouw eerst het frame van de vlieger uit bamboe dat met paktouw aan elkaar wordt gesjord. Vijl in de uiteinden van de stokken een V-vormig groefje. Knip vervolgens de bespanning uit volgens de maten van de tekening. Maak op de hoeken met plakband een koordje vast volgens de tekening. Span nu de bespanning op met deze touwtjes. Deze touwtjes kun je vastmaken in de V-vormige groeven in de stokken. Bevestig vervolgens de toomdraden (op de plekken van het rondje-kruisje symbool). Ga verder met: 'het afstellen van een vlieger'. |
||
Eddy's patentvlieger | Della Porta's vlieger | |
Het bevestigen van koordjes aan de bespanning met een plakbandje | ||
Het afstellen van een vlieger | |
Het afstellen van een vlieger gebeurt door de toomdraden, de draden waaraan de vlieger aan de vliegerlijn is bevestigd, aan te passen Bij het afstellen van een vlieger wordt de stand van de vlieger ten opzichte van de windrichting bepaald. De stand van de vlieger is bepalend voor het evenwicht van de vier krachten die op de vlieger werken. De windsnelheid heeft invloed op de stand van de vlieger De afstelling van een vlieger wordt voornamelijk bepaald door de windsnelheid. Het afstellen van de vlieger doe je op de grond voordat je gaat vliegeren en na de eerste vliegproeven. Nog voor je de vlieger oplaat let je op drie dingen: |
|
I. | Let erop dat de linker en rechter helft van de vlieger precies gelijk maar spiegelbeeldig zijn. Let er ook op dat de bespanning even strak staat. |
II. | Hang de vlieger op zijn kop op aan de toom. De linker en rechter kant van de vlieger moeten netjes vlak liggen. |
III. | Hang de vlieger zonder eventuele staart op zijn kop op aan de toom. De staartkant van de vlieger moet iets lager hangen dan de neus van de vlieger. Stel de toom eventueel bij. |
Wanneer de vlieger is gecontroleerd, kan de vlieger zijn eerste vliegproeven ondergaan Is de vlieger zorgvuldig gebouwd en is de wind binnen de limieten, dan volstaan de volgende afstelmogelijkheden: | |
A. | De vlieger stijgt onmiddelijk tot boven of zelfs over je hoofd. Daarna duikelt de vlieger voorover. Los dit op door de toomring verder naar de staartkant te verschuiven. |
B. | De vlieger blijft achterover hangen zonder op te stijgen. Schuif de toomring verder naar de neus toe. |
Wanneer de vlieger niet aan de verwachtingen voldoet kun je niet de tabel aan het einde van het hoofdstuk de mogelijke oplossingen vinden. |
Activiteit 7, Je eigen vlieger ontwerpen, bouwen en vliegen | ||
» | vliegermaterialen als bamboe, plasticfolie, zijde vloei papier, touw, verschillende knutselmaterialen en -gereedschappen | |
Draai de rollen eens om. Vertel de jeugdleden hoe het komt dat een vlieger kan vliegen. Vertel ze over de opwaartse kracht en stabiliteit. Met de opgedane kennis kunnen ze zelf een vlieger ontwerpen, bouwen en laten vliegen. |
Wat doet de vlieger? | Wat doe je eraan? | ||
---|---|---|---|
- | de vlieger draait in snelle kringen | - | Als de draairichting steeds gelijk is, is de vlieger asymmetrisch. Probeer de linker- en rechter stokken om te wisselen. |
- | Als de draairichting wisselt, is het een staartkwestie. Voeg een staart toe of vergroot de huidige staart. | ||
- | de vlieger slingert hevig | - | Probeer de vleugelpunten lichter te maken (dunnere of taps toelopende ligger). |
- | Voeg een staart toe of vergroot de huidige staart. | ||
- | de vlieger wipt met zijn neus op en neer | - | Verleng de voorste toomdraad. |
- | de vlieger hangt steil achterover en blijft zo hangen; of als hij hoog staat, dan schiet hij vooruit en maakt de lijn slap | - | Verkort de voorste toomdraad. |
- | de vlieger trekt flink, maar komt niet hoog genoeg | - | Schuif de toomring naar voren. |
- | de vlieger trekt te weinig in verhouding tot de kracht van de wind | - | Schuif de toomring naar achteren. |
- | de vlieger blijft wiebelen, maar vliegt verder goed | - | Verleng de toomdraad. |
- | de vlieger duikt bij een windstoot zijwaarts weg | - | Vergroot de V-stelling van de vlieger. |
- | de vlieger stijgt dadelijk boven je hoofd om vervolgens omlaag te duiken terwijl de wind waait | - | Schuif de toomring naar de staartkant. |
- | de vlieger is alleen stabiel zolang je viert | - | De wind waait te hard voor de vlieger. |
- | de vlieger wil alleen omhoog wanneer je achteruit loopt | - | Er is onvoldoende wind. |
Activiteit 8, De frisbee | ||
» | een frisbee | |
Met een frisbee (die het beste gewoon gekocht kan worden bij een speelgoedwinkel of 'geregeld' kan worden) kun je veel leuke activiteiten ondernemen. Maar probeer eerst maar eens uit te achterhalen of de ronddraaiende beweging van de frisbee echt nodig is. Experimenteer maar eens met het ronddraaiend en niet-ronddraaiend weggooien van de frisbee. |
Activiteit 9, Australisch frisbee | ||
» | een frisbee, twee goals, deelnemers, grasveldje | |
Verdeel je over twee groepen. Iedere groep heeft een eigen doel. Probeer doelpunten te scoren door de frisbee bij de tegenpartij achter de doellijn op de grond te drukken. Hanteer de regels als bij rugby (alleen achterwaarts gooien, voorwaarts rennen, duwen mag wanneer iemand de frisbee vast heeft). |
Wanneer een Lilliputter juist is gebouwd (met alles erop en eraan) en het zwaartepunt op de juiste plaats ligt, kan worden begonnen met het invliegen van het model. Begin met het omhoog buigen van de hoogteroeren. Werp het model vervolgens met een rustige worp in een flauwe neerwaartse baan omlaag. In de eerste plaats moet indien er een bocht optreedt hier actie op worden ondernomen. |
|
Maakt het model een bocht naar links, geef het rechter roer dan een iets grotere roeruitslag naar boven. Maakt het model een bocht naar rechts, geef dan het linker roer een grotere uitslag. Wanneer het model in een rechte lijn vliegt, dus rechtdoor vliegt, wordt de juiste glijhoek afgesteld. Maakt het model een duikende vlucht, dan moeten de hoogteroeren iets verder omhoog gebogen worden. Maakt het model daarentegen pompende bewegingen, dan moeten de roeren naar beneden gebogen worden. Vliegt het model eenmaal goed rechtuit, waarbij het model onder een juiste glijhoek naar de aarde vliegt, dan kan een bocht worden ingebouwd. Voor een linker bocht moet het linker hoogteroer iets verder omhoog worden gebogen. Het rechter roer houdt de oude positie. |
Activiteit 10, Bouw een Lilliputter | |||
» | balsahout van 1 en 3 millimeter dik, hobbylijm, papier en wat gereedschapjes, klein spijkertje, plakband | ||
Snij de vleugel op maat, rond de randen af. |
|||
Snij de romp en het kielvlak uit en knip twee hoogteroeren uit. | |||
Lijm de vleugel op de romp. Lijm vervolgens ook het kielvlak en de twee hoogteroeren vast. | |||
Breng met een klein spijkertje het model in evenwicht rond het zwaartepunt. Zet het spijkertje vast met een plakbandje. | |||
Activiteit 11, Wolkenridders | |
Kijk nog eens terug naar activiteit 2 en probeer eens een wedstrijdje met werpmodellen. Misschien zijn de resultaten wel veel indrukwekkender! |
Activiteit 12, bouw je eigen helikopter | ||
» | een velletje papier 80 grams A4 | |
Knip in de lengterichting een helft van het vel A4 af. De resterende strook knip je in de lengterichting in (ongeveer eenderde van de lengte van de strook). Vouw de twee 'oren' om. Rol de onderste helft van de strook op. Gooi het gevaarte nu in de lucht. Wat zie je? Kun je verklaren hoe dit komt? | ||
werpfout (rechtshandigen) boemerangwerpen | correctie | ||||
---|---|---|---|---|---|
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
WAARSCHUWING |
Boemerangs vliegen hard. Bij een botsing kunnen ze schade aanrichten of personen verwonden. Werp nooit meer dan één boemerang tegelijk en zorg dat alle omstanders opletten. |
Activiteit 13, boemerangs bouwen en vliegen | ||
» | plaat multiplex, rasp, figuurzaag, schuurblok en -papier | |
Zaag een boemerang uit, uit een plank multiplex. Op de volgende pagina's staan enkele voorbeelden gegeven. Gebruik een rasp om de boemerang in profiel te brengen. Gebruik schuurpapier op een blok om de boemerang splintervrij af te werken. De kwaliteit van het hout bepaalt in belangrijke mate de levensduur van de boemerang. Versier de boemerang met een kleurig verfje. | ||